De dag dat men voor het eerst over WO III sprak
8 maart 2014. Het hoge woord is eruit. Het WO-woord. We zijn op de kop af een eeuw verder toen het woord voor de eerste keer viel, WO. Het was in 1914. Alweer wordt luidop gepiekerd over 'wat als… dan krijgen we een wereldoorlog', nummer drie in de rij. Dan staat de wereld op zijn kop. Het lijkt onwerkelijk, niet meer van deze tijd met Facebook, Twitter en het global village gevoel. Drie weken geleden was het nog dikke mik tussen de Russische leider en Willem Alexander, die nooit vies geweest is van een feestje, al moet het in een corrupt land. Zijn biertje kreeg achteraf wel een heel slechte afdronk. Schaatsers en schaatssters sloofden zich uit om het feestje van Poetin vooral niet te bederven. Zelfs een kus met de leider kon ervan af. De Russen zijn toch onze vrienden!? Hoezo koude oorlog? Dat was vroeger. Dat was toen ze nog de helft van Europa bezetten. Dat was toen ze nog een grootmacht waren, toen ze zich achter het ijzeren gordijn verschanst hadden. Toen waren we bang. Ook ik was bang, toen hun tanks door Berlijn (1953) en Boedapest (1956) rolden om het naar vrijheid smachtend volk tot de orde te roepen. Hoe vaak heb ik me niet heimelijk gelukkig geacht nog een tiener te zijn. Wat een geluk dat ik nog veel te jong was om eventueel als kanonnenvoer te dienen. De slechte gezondheid van mijn vader kon nog wel eens een zegen zijn. Een Russische spoetnik cirkelde door de ruimte. De ene na de andere nucleaire paddenstoel werd door diezelfde Russen de lucht ingeschoten. Onze leiders bouwden bunkers voor zichzelf. Op gezette tijden werd gehamsterd, suiker, meel, benzine, kolen … Zou ik nog de tijd krijgen om de geneugten van de liefde te mogen proeven? Het zou toch niet waar zijn dat ik het niet verder zou brengen dan het onvoltooide leven van een adolescent? Zou die immorele kletskop van een Chroetsjov, die in de VN zijn schoen op de lessenaar sloeg, mij die geneugten ontnemen? Dit soort gedachten spookten door mijn hoofd. En het is alsof de duvel ermee speelt. Het is diezelfde Chroetsjov die alweer de bron is van de vrees van nu. Had hij niet met gulle hand de Krim geschonken aan de Sovjetrepubliek Oekraïne, dan was er nu geen ruzie over ontstaan. Een gift met grote gevolgen, blijkt nu. En dus … dus borrelt die ongerustheid van meer dan vijftig jaar geleden weer op. Eerst kwam de financiële crisis, dan de bankencrisis, daarna de economische crisis en nu dan een oorlogsdreiging. Ik denk aan mijn kleinkinderen die zich nu (2022) in dezelfde situatie bevinden als ik toen.