Meesterlijk

Meesterlijk
Bernard Vandeginste
- Tekst©Bernard Vandeginste
- Vormgeving en omslagontwerp © Luc Van Hoeylandt
- Fotografie © Luc Van Hoeylandt (tenzij anders vermeld)
- Isbn: 9789464664478
Wettelijk depot: D/2025/13.706/2
NUR: 681 - Datum: 16 september 2025
- Historische biografie
- Uitgegeven door:
www.uitgeverijelena.be
uitgeverijelena@telenet.be
Europa kroop in de 17e eeuw uit haar middeleeuwse schulp en keek als herboren de nieuwe wereld in. Geleerden tuurden stomverbaasd door hun verrekijkers en microscopen. De wereld zat toch anders in elkaar dan de Bijbel hun had voorgespiegeld terwijl landkaarten bijna maandelijks moesten worden bijgesteld en puin worden geruimd achtergelaten door wisselende bezetters. Geen wonder dat de late middeleeuwer zijn houvast zocht in de surreële wereld van de pracht en praal van zijn kerk en vooral in de wonderbaarlijke genezingen in de vele bedevaartsoorden. Mechelen met haar hoge stompe toren van de kathedraal was hun baken. Met hen vele kloosterorden die dicht bij de macht wilden vertoeven, de jezuïeten, dalscholieren, augustijnen
en oratorianen. Na de beeldenstorm en de calvinistische stormen dienden de zwaar toegetakelde kerken opnieuw aangekleed te worden met nieuwe machtige altaren en indrukwekkende schilderijen die het Bijbelverhaal en dat van hun heiligen vertellen. Mechelen was van een provinciestad uitgegroeid tot een kunstenaarscentrum van beeldhouwers en houtsnijwerkers, die haar kerken verfraaiden en versierden met het duurste Italiaanse marmer. De nakomelingen van de brouwer Antonius Faydherbe waren deel van deze kunstenaarselite met zijn kleinkind Lucas als voortrekker. Het huidige Mechelen is laaiend enthousiast over de realisaties van haar barokke kunstenaar in de stad. Kunsthistorici buitelen over elkaar om in hun publicaties de hoge artistieke waarde van zijn werk de hemel in te prijzen. Dat de Faydherbe’s ook mensen waren van vlees en bloed blijft vaak onderbelicht, de gezinnen waarin ze opgroeiden, hun tegenslagen, hun verdriet door voortijdige overlijdens, hun frustraties en kwaadheid op concurrenten, hun vriendschappen, hun problemen met veeleisende opdrachtgevers, kortom de mens achter de kunstenaar. Nog minder weten we hoe ze met elkaar omgingen, hun gesprekken, hun gedachten bij het bekijken van een werk van een broer, oom of neef, hun ongeloof als hun vader hertrouwt met een amper volgroeide tiener. Met dit verhaal probeer ik hen tot leven te wekken, hen in de wereld van toen te plaatsen, hun taaie gesprekken met kanunniken, rijke begijnen of een priores van een slotklooster, het verloop van een eerstesteenlegging van een kerk, een oom die een geachte rederijker was en een van de grote Blazoenfeesten organiseerde, de uitzinnige viering van de 900ste verjaardag van de Heilige Rumoldus, de hechte vriendschapsband tussen Lucas en zijn neef die ontstaan is in het atelier van Rubens, en uiteraard ook de frustraties van zijn tante Maria die de fel begeerde erkenning van haar kunstenaarschap door de Sint-Lucasgilde niet kreeg.
De tekst opent met de rauwe beschrijving van een voorval in een van de armste buurten van Mechelen, een wijk gelegen achter de Sint-Katelijnekerk. Het afschuwelijke voorval doet zich voor wanneer de schilder Jean-Antonius Coxie met zijn schetsen van een familieportret onder de arm naar het huis van Jean-Lucas Faydherbe loopt, een zoon van de hoofdpersoon Lucas. Op het portret staan twaalf personen afgebeeld, waarvan enkele zichzelf introduceren terwijl ze aan het poseren zijn voor de schilder. We worden meteen meegesleept in de 16e eeuw, niet in het atelier van een kunstenaar maar in een van de vele brouwerijen die de stad rijk was, een brouwerij aan de vliet de Melaan. In die brouwerij werden de ooms en tantes van onze hoofdpersoon Lucas geboren. De bevallingen op de baarstoel logen er niet om. Het relaas eindigt al even bruut als het begon...