Horloger du Roi
Franciscus Stephanus Dispersyn (1820-1885) zoon van de 'juwelier die van wanten wist' opende in 1850 een juwelierszaak in de Kapellestraat 5 te Oostende. Zijn zoon Albertus Franciscus Maria (1850-1917) nam de zaak bij het overlijden van zijn vader over. Albertus mocht zich naast horloger de vlle nu ook horloger du roi noemen en de pen leveren waarmee Koning Leopold II het gulden boek heeft getekend bij de eerste steenlegging van een havendok in 1898.
Zondag 19 juni 1898
Stipt om 11.00 uur verwelkomen de burgemeester, de gouverneur en de plaatscommandant de vorst aan het station voor een historische gebeurtenis. In een rijtuig van de Buurtspoorwegen begeeft hij zich naar de nieuwe haveninstellingen.
Na een rede van burgemeester Pieters volgt het wederwoord van de koning: “…Vous connaissez ma sympathie pour Ostende (…), que vos bassins abritent de nombreuses navires…”
Hij daalt in het dok af en legt met een eretruweel wat mortel op de eerste steen; de nieuwe zeesluis die voor- en achterhaven met elkaar verbindt, krijgt de naam Demeysluis.
Na de foto’s en het tekenen van het gulden boek (met een pen van het huis Dispersyn) brengt een tramstel hem terug naar het station waar hij om 12.15 uur vertrekt.
Een maand na het overlijden van haar schoonvader Albertus Franciscus op 25 augustus 1917 kwam Augusta Corveleyn op 22 september 1917 om in een bombardement (zie dodelijke godsvrucht). Haar stiefmoeder Caroline Vandevelde (1871-1917) was enkele dagen voor haar vader overleden op 18 augustus 1917.
In de deuropening van de winkel staan Albertus Augustus, Caroline met hun dochter