Vive les maillots jaunes

 

Ze druppelden binnen, de ene al krommer dan de andere, grijskoppen en kaalkoppen, met of zonder stramme benen waarmee ze nog nauwelijks het staketsel halen, een enkeling met een overhangende buik van het zalig nietsdoen. Allen verweerd door de Oostendse zon. De meeste zijn waarschijnlijk aangespoelden zoals de echte Oostendenaars ze noemen. Waar, hoe en wanneer ze te water gingen blijft een geheim.
Na zestig jaar is de Orde van de Prince in haar Vlaamse bakermat gedegradeerd tot het voorportaal van het theekransje in het oudemannenhuis. De laatste sociale strohalm totdat die definitief knakt. De laatste gewichtigdoenerij vooraleer de hersenen het laten afweten. Een eet en praatclub vooraleer men een assistentiewoning betrekt. Het is deerlijk gesteld met de Orde, die ik jaren geleden de rug heb toegekeerd. Toen was het ineens mijn ding niet meer. Hier in Vlaanderen zou het ook nooit mijn ding kunnen worden. Het Saverijn doet goede zaken met deze lui. De gastspreker staat op het tweede plan. Zo beroerd had ik het nimmer meegemaakt. Na al die jaren wordt nog steeds hoog op de witte muur boven een gigantisch schilderij geprojecteerd, onbereikbaar voor aanwijsstok of pointer. Een reflecterend scherm kan er niet vanaf. De spreker staat niet op het spreekgestoelte vooraan maar zijn stem wordt gedempt door een geluidswal van aaneengesloten gebogen ruggen onder een galmende ruimte, terwijl een loopmicrofoon zijn arm in een houdgreep houdt. Het was geen gezicht te moeten spreken voor een gehoor met afgewend hoofd alsof een algemeen luisterprotest uitgebroken was, vive les maillots jaunes! Ik had evengoed vanuit zo’n vertaalkotje mijn verhaal kunnen aflezen. Er zat niets anders op dan er het beste van te maken, een verhaal gedrapeerd rond dertig plaatjes, zonder tekst, titels of wat dan ook, één plaatje per keer, een vertelling of beter gezegd een narratieve voorstelling. Het was een experiment. Na afloop vertelde zo’n aangespoelde dat dit de nieuwste trend was, een verhaal vertellen rond een serie plaatjes, soms overvloeiend, in- of uitvliegend maar dat is voor de habitué’s. Die hebben verstand van deze nouvelle vague in lezingenland. Ik had het strak gehouden op een marineblauwe achtergrond. Grootvader vertelt een sprookje uit het fotoboek, zo leek het. Het schijnt goed geweest te zijn want niemand was gaan knikkebollen. Ook dat had nog gekund.