Le bon vin: Châteauneuf-du-Pape
Wie kent de flessen niet met het wapenschild van de paus gegoten in het glas van de fles. De wijnbouwers uit de streek van Châteauneuf-du-pape hadden daartoe in 1937 het initiatief genomen.
Op het noorden na lag Europa al eeuwenlang bezaaid met kleine en grote wijngaarden. In de middeleeuwen was water drinken voor de beesten en armoezaaiers. Iemand van stand dronk dat niet. Bier kon er door, maar wijn was de favoriet in de streken van de wijngaarden, zeker voor de betere klasse. Wijnbouw is vele millennia ouder dan de weg naar Rome. Vanaf de Romeinse tijd nam de wijnbouw in Europa een grote vlucht en daarna rondom kloosters en abdijen.
De eerste paus van Avignon, Clemens V (Bertrand de Got), kreeg als aartsbisschop van Bordeaux het familiedomein La Mothe cadeau van zijn broer, 32 ha groot. De families de Got en La Motte waren bevriend. Eenmaal paus geworden droeg deze grote wijnkenner in 1309 het domein over aan het aartsbisdom van Bordeaux dat het domein in bezit had tot aan de Franse Revolutie, waarna het werd geconfisqueerd door de staat, verkocht en verder ging onder de naam van domaine du pape Clément. Het landhuis op de wijngaard dateert van de 19e eeuw.
Johannes XXII uit de streek rond Cahors in de Quercy diende als wijnkenner niet onder te doen voor zijn voorganger. Zonder familiewijngaard besloot hij wijngaarden in de buurt van het kleine kasteeltje van Châteauneuf te ontwikkelen, een plaats waar voorheen Clemens V graag verbleef. Johannes XXII bouwde er tussen 1316 en 1333 een kasteel waarvan de versterkte uitkijktoren het enige overblijfsel is. In de periode tussen 1325 en 1334 werd meer dan 30.00 hl wijn verkocht aan het paleis van Johannes XXII. In dit kasteel hield deze paus ook vele recepties met buitenlandse ambassadeurs. Pas in 1893 kreeg de naam van het dorpje de toevoeging du pape en werd Châteauneuf-du-Pape.