Onfortuinlijke oom
Nonkel Gerard, zoals we hem noemden, de broer van mijn moeder, was een minder fortuinlijk lot beschoren. Net nadat hij in 1939 zijn legerdienst had beëindigd werd hij gemobiliseerd en ingezet tegen de oprukkende Duitsers, die hem in 1940 krijgsgevangen namen.
In Stalag XI B (de Duitse aanduiding voor dat krijgsgevangenkamp) in Fallingboste bij Hannover was een groot krijgsgevangenkamp ingericht voor hoofdzakelijk Franse, Belgische en Engelse militairen. Op 1 april 1942 telde het kamp 70.438 geïnterneerde soldaten, onderofficieren en korporaals. Mijn oom werd na twee jaar krijgsgevangenschap vrijgelaten, maar na zijn thuiskomst meteen door de Duitsers verplicht tewerkgesteld bij een boerenfamilie in Duitsland. Hij werd pas in de loop van 1945 bevrijd.
Nonkel Gerard kwam later wekelijks bij ons thuis op zaterdagavond de penningen voor de ziektekostenverzekering ophalen.