Intellectueel salon

 

De donderdagse bijeenkomsten van ULPIA doen me enigszins denken aan de beroemde zo niet beruchte Parijse 'salons' van weleer, waar intellectuelen door deftige dames ontvangen werden onder het genot van een copieuze lunch terwijl allerhande meer of minder revolutionaire ideeën in de geborgenheid van het salon gespuid werden. Nu is café “de Witte” naast het kerkje van Beek geenszins te vergelijken met een statig salon gelegen aan de Rue Royale, verre van dat. Het is eerder een bruin dorpscafé, een kroeg met annex een duf zaaltje waar in het midden een lange gedekte lunchtafel wacht op haar gezelschap van een 20-tal op leeftijd zijnde deftige heren van stand. Geen uitbundige 4-gangen dis zoals destijds, met gans en patrijs, hert en wild zwijn en taart, overvloedig begoten met vorstelijke wijn uit de rijkelijk gevulde wijnkelder van de gastheer. Geen glimlachende gepruikte en wit-bepoederde lakeien die de geurige spijs opdienen. In plaats daarvan serveert een fletse, verveeld kijkende in kleurloze blauwe jeans gestoken dame nu eens een koud, dan weer warm voorgerechtje gevolgd door brood met beleg en koffie, geeneens een toetje of ander zoet erna. Zoals toen luisteren we na het eetmaal nu ook naar een referaat. De ene keer gaat het over de Maltezer Orde waarvan een der heren zojuist trots lid geworden is, of over de Raad van State, waarvan ook een ander heer lid geweest is, of over een of ander interessant wetenschappelijk onderwerp. Geen verlichtend gefilosofeer over religie of vrije wil, maar niettemin een beetje in de sfeer van de debatterende verlichte geesten van weleer. Zoals over de vraag of de geordende wereld door louter toeval uit chaos ontstaan zou kunnen zijn. Een even kleine kans zo dacht men in de salons die Diderot en Rousseau frequenteerden, als dat een aap erin zou slagen een chaotische hoop letters tot een meesterwerk van Shakespeare te ordenen. Anderen die meer geloof hechtten aan evolutionair toeval beweerden dat een letterzetter er slechts (?) 40 jaar voor nodig zou hebben. Tenminste als hij willekeurige letters kiest en telkens een correcte letter (bij toeval gekozen dus) mag laten liggen vooraleer verder te gaan met de volgende. Een stukje evolutie dus, een goed gen blijft behouden en een verkeerd gen wordt door evolutie vervangen. Wie heeft gelijk? Als we het verhaal van de letterzetter geloven dan is er geen Almachtige Ordenaar, God, nodig om onze existentie te verklaren. Als we de onmacht van de aap als metafoor aanvaarden, dan wel. Een kleine berekening leerde me dat de slaagkans van de aap even miniem is als een “1” met 260 000 nullen na de komma. Ofwel, als er 10^260 000 hemellichamen in het firmament zouden staan dan kan er door toeval toch een 'aarde' tussen zitten. Als we 10^260 000 apen aan het werk zouden zetten dan zal er bij toeval wel eentje bijzitten die erin slaagt om een meesterwerk van Shakespeare volledig na te apen. Maar ja, naast de negen miljard mensen van dit ogenblik zijn er op aard geeneens een miljard apen. Geen aap dus die het voor mekaar zal krijgen. Vergeef me dit gefilosofeer van de koude grond!