DNA-test
Terwijl ik op het postkantoor aan het loket sta om een brief te laten frankeren, vraagt de loketbediende die mijn dochter kon zijn, 'meneer, mag ik weten hoe oud u bent?'
Ik aarzel om te antwoorden.
'Hoe ouder, goedkoper?' vraag ik haar.
'Nee, meneer, wat denkt u? Ik moest aan mijn vader denken.'
'Ik heb geen dochters, mevrouw,' verklaar ik me nader.
'Ook niet uit die ingevroren buisjes?'
Van de wijs gebracht, kijk ik haar aan.
'We zouden een DNA-test kunnen doen, of heeft u niet gelikt aan die envelop?'
'Nee, mijn vrouw doet dit altijd voor mij,' lieg ik.
'Uw vrouw,' herhaalt ze vertwijfeld, uw vrouw?'
'Ja, mijn vrouw. Is daar iets verkeerds mee?'
'Nee, nee. 't is maar dat als u mijn vader bent, zij mijn moeder is.'
'Dan is het buisje toch bij een ander ingebracht.'
'Hoe weet u dat zo zeker, meneer?'
'Omdat mijn vrouw uw moeder niet is,'
Ik zie de loketbediende nadenken, terwijl ze de brief frankeert.'
'Met of zonder DNA-test,' vraagt ze.
'Doe maar met,' antwoord ik.
De dame plakt een plakkertje op mijn envelop met in grote letters MET en gooit mijn brief op een grote hoop.
'Tot volgende week,' zegt ze,' dan weten we meer.'